Als je een nieuwe plaat gaat maken, kom je als artiest voor de keuze te staan om de live-ervaring zo goed mogelijk vast te leggen of je juist volledig te storten op een studioproductie. Een muzikale tweesplitsing die, welke afslag je ook neemt, het hele maakproces zal beïnvloeden.
Paceshifters schreef hun muziek altijd vanuit een liveperspectief, maar besloot voor hun nieuwe album Out-and-Outer juist voor de tegenovergestelde aanpak te kiezen. Een gedurfde keuze voor een band die al meer dan vijftien jaar aan de weg timmert en juist een fanbase opbouwde met hun liveshows. Die reputatie voerde ze langs plekken als Pinkpop, Zwarte Cross, Groezrock, SXSW en shows in de UK, Polen, Canada, Duitsland en Servië.
Out-and-Outer moest echt anders. Zonder concessies en door helemaal los te laten hoe de band het live zou neerzetten. De volledige focus op een album om thuis naar te luisteren. Samen met producer Pieterjan Coppejans werd zo de basis gelegd voor een gelaagde studioproductie die het net even anders doet. “Out-and-Outer is een album om vaker naar te luisteren. Er zit meer spanning in, maar die komt er na een paar luisterbeurten pas uit. We geven niet alles in één keer weg. Het is een plaat waarin je elke keer weer iets nieuws ontdekt”, zegt de band daarover.
De sound op het nieuwe album heeft stadionrockallure, maar flirt ook met shoegaze en postpunk. De eerste single Aviator is een anthem in de dop, zonder te vervallen in meezingkitsch. “Het nummer gaat over verandering. Je lievelingsplek in de natuur platgewalst zien worden om ruimte te maken voor een nieuwe snelweg, in een maatschappij waarin alles sneller moet gaan. Je vliegt over dit geliefde landschap heen en ziet hoe onder je alles verandert.”