Het tweede album van de Britse rockformatie Wunderhorse heeft de titel Midas meegekregen. Voormalig Dead Pretties frontman Jacob Slater is nu het visitekaartje van deze Britse band en is qua sound opgeschoven naar de Indierock met duidelijke invloeden van bands als Nirvana uit de jaren ’90.
Van soloproject naar viermansformatie
De titelsong is meteen de opener en absoluut richtinggevend. Het nummer is zo ongeveer in one take opgenomen en dat zorgt meteen voor dat ongepolijste karakter. En dat is ook wel één van de uitgangspunten van frontman en oprichter Slater die dit soloproject transformeerde naar een volledig band. En dus hebben we hier nu te maken met een vierkoppige band, naast frontman Slater bestaande uit gitarist Harry Fowler, drummer Jamie Staples en bassist Pete Woodin. In de praktijk is een tweede album vaak lastig maar Wunderhorse levert met een combinatie van rock, grunge en indie een uiterst uitgebalanceerd album af. En dat geluid is met de keuze voor de Pachyderm Studio in Minnesota, waar Nirvana In Utero opnam, een hele bewuste! Jacob Slater horen we af en toe wanhopig zijn stem verheffen, de gitaarrifss zijn rafelig en de ritme sessie leidt zo’n beetje alles in goede banen en zorgt voor een meer dan stevig fundament.
Twee delen, Side A en B
Het album valt als het ware uiteen in twee delen met het rustige en ontroerende ‘Superman’ als breekpunt. Het nummer heeft iets dreigends over zich door de aanhoudende gitaren en de rustige drums en haalt vocaal het beste uit Slater naar boven. Al luisterend moet je ook vaststellen dat de invloeden uit de muziek van de jaren ’90 met bands als Nirvana duidelijk hoorbaar is al klinkt dit album wel eigentijds. In het eerste deel is er veel te beleven. Naast ‘Midas’ is er het stuwende en dynamische ‘Rain’, het melodieuze ‘Silver’ waar Slater vocaal ineens overschakelt naar zijn kopstem en het verrassende ‘Arizona’ waar de heren ineens harmonieën laten horen. Met ‘Emily’ noemen we het hoogtepunt van het eerste deel dat met de groezelige gitaren en de tempowisselingen en de soms wanhopig klinkende Slater voor een muur van muziek zorgt.
“One Take”
Na het moment van rust zijn er met ‘July’ en ‘Cathedral’ twee nummers waar nadrukkelijk de “Rock-kaart” wordt getrokken en deze twee nummers brengen een ongekende en ongetemde intensiteit. Hierna kunnen we als luisteraar even op adem komen met het radiovriendelijke en indierock-nummer ‘Girl’ dat voor een stukje luchtigheid zorgt. Met het bijna negen minuten durende semi-akoestische ‘Aeroplane’ wordt het album afgesloten en is er een kleine knipoog naar Coldplay. Als na zes minuten gitarist Fowler de ruimte wordt gegund stijgt het nummer naar een epos-achtig niveau. De lange fade-out past perfect bij de sfeer van het nummer en het album en zorgt dat je weer op aarde kunt landen. Midas is een prima album waar het niet raar is als je soms het gevoel hebt tussen die vier gasten in de studio te staan. Het klinkt alsof het live is opgenomen zonder tussenkomst van allerlei digitale toepassingen, hetgeen het eindresultaat ten goede komt. Veel luisterplezier!