Hoe verfrissend is het als één van de grootste rockbands besluit om het anders te doen! The Smashing Pumpkins stuurden pas enkele weken geleden het bericht de wereld in dat ze een nieuw album uit zouden brengen. Geen singles voorafgaand, geen grote commerciële campagne in opdracht van een platenlabel, niets van dat alles. Agelopen vrijdag was daar dan het moment dat Aghori Mhori Mei, het dertiende album van de Amerikaanse band het daglicht zag.
Band van wereldformaat
Het is 1990 als de band zich in Chicago formeert rond frontman Billy Corgan en een jaar later hun debuutalbum uit brengt. Het zijn de hoogtijdagen van de Grunge met Nirvana als sprekend boegbeeld voor die tijd en de Corgan en zijn vrienden zorgen voor een tegengeluid. The Smashing Pumkins groeien in de eerste helft van de jaren ’90 uit tot één van de grootste rockacts en spelen voor volle stadions en leveren met Siamese Dream in 1993 een baanbrekend album af. In de drie decennia dat de band bestaat zijn er na die succesvolle periode van de jaren’90 de bekende “ups and downs” geweest, heeft de band wat personele wijzigingen gekend, en heeft de band zich meermaals op nieuw uitgevonden. Met Aghori Mhori Mei pakken oprichters en oudgedienden Billy Corgan, James Iha en Jimmy Chamberlin enigszins terug naar die beginjaren ’90.
Proberen dat gevoel van weleer terug te krijgen
Cogran, met zijn typerend stemgeluid, zei hier zelf onlangs over: “Not so much in looking backwards with sentimentality but rather as a means to move forward; to see if in the balance of success and failure that our ways of making music circa 1990-1996 would still inspire something revelatory.” Het album begint met twee ijzersterke tracks die dit gevoel bevestigen en zelfs versterken. Met ‘Edin’ en ‘Pentagrams’ schieten de heren als vanouds uit de startblokken en moeten we na een kleine dertien minuten even naar adem happen. Het drumwerk van Chamberlin is als vanouds onnavolgbaar, de gitaarriffs zijn scherp, divers en voeren de boventoon en altijd ondersteund door een vette baslijn. Na dit uiterst krachtige begin is er nog de stuwende rocker ‘Sighommi’ voordat de band bij ‘Pentecost’ voor de eerste keer qua sound wat opschuift en strijkers en stemmige synths toevoegt.
Een band in topvorm
Maar de nadruk ligt toch echt op die stuwende sound waar de band zoveel succes mee had en met ‘War Dreams Of Itself’ pakt de band de draad weer op, met een haast ontketende Chamberlin op drums. Maar naast al dat rockgeweld durft de band op Aghori Mhori Mei ook wat uitstapjes te maken zoals het radiovriendelijke ‘Who Goes There’ en ‘Goeth The Fall’. Als er voorafgaand aan de release toch singles uitgebracht waren zouden deze waarschijnlijk in aanmerking komen. Deze twee tracks zijn juist niet representatief voor de sfeer van het totale album maar zorgen wel voor variatie en diepgang. ‘999’ is wat meer Progrock en richting het einde van het album laten de heren met ‘Sicarus’ de spreekwoordelijke dam nog maar eens doorbreken en gaat het energieniveau weer omhoog. De band sluit met ‘Murnau’ af op de hun kenmerkende manier; vanuit een mooie pianomelodie wordt het nummer eposachtig uitgebouw en worden gaandeweg strijkers en synths toegevoegd zodat het geheel een wat orkestraal karakter krijgt. Met Aghori Mhori Mei zet de band zich opnieuw op de kaart en levert een uitermate sterk en eigentijds album af. Veel luisterplezier!