We schrijven het jaar 1979, wanneer een Australische band, met Nick Cave en Mick Harvey, rondging in het geruchtencircuit. Samen met Blixa Bargeld van de Duitse industrial noise band Einsturzende Neubauten op gitaar, werd The Birthday Party een veel besproken energieke postpunk band.
Wanneer er rond het jaar 1983 een vaste bezetting ontstaat veranderde de sound; de energie bleef. Met Nick Cave als frontman veranderde de naam in The Bad Seeds. Het debuutalbum ‘From Here To Eternity’ werd in Engeland goed ontvangen, maar de band brak pas twee jaar later door met het album ‘Kicking Against The Pricks’.
Nick Cave weet daarna, met of zonder band, geen hits meer te produceren. Dit lukte echter wel met het nummer ‘Where The Wild Roses Grow’ met Kylie Minogue. De band onderscheidt zich echter voornamelijk op albums. Het nummer ‘Into My Arms’ komt door de schoonheid ervan in de top 2000 terecht.
Met ‘B-Sides and Rarities’ brengt Cave in 2005 een mix van B-kanten, maar dan de meer rauwe live-versies.
Het tweede deel hiervan is nu, 15 jaar later, uitgebracht. Een verzameling van prachtige liedjes die eerder op plaat verschenen, of bijzonder zijn voor Cave. Zo maakt hij, samen met Deborah Harry en Chris Stein van Blondie, een prachtige uitvoering van ‘Free To Walk’, een cover van The Gun Club Jeffrey Lee Pierce. Dit jaar maakte Cave zijn versie van ‘Avalanche’ van Leonard Cohen, maar ook akoestische versies van ‘Deanna’ en ‘City Of Refuge’, en tot slot ‘Scum’ en ‘The Girl At The Bottom Of My Glass’.
Verser staan er een aantal songs uit films op dit album, maar ook een van de eerste versies van ‘The Skeleton Tree’. Het tweede deel van het album bevat veelal songs die hij met Warren Ellis opnam, waaronder ‘Steve McQueen’, ‘First Waiting For You’ en de nieuwe nummers ‘Heart That Kills You’, ‘Sudden Song’ en ‘Earthlings’. Allemaal even indrukwekkend, als je Cave een beetje volgt.
Dit mooie album is dan ook niet een tussendoortje, maar mag zeker als volwaardig worden beschouwd.