De dinosaurussen van de classic rock laten weer van zich horen. De band Deep Purple weet zich al vanaf de jaren 60 zich te onderscheiden. Met Ian Gillan als Jesus Christ Superstar zanger van toen werd de klassiek gesmeden met poprock. Toetsenist John Lord, die inmiddels alweer wat jaren geleden is overleden, en Ritchie Blackmore wisten als geen ander dat hier de sleutel voor de muziek voor de toekomst lag. Bassist Roger Glover en drummer Ian Paice delen dit nog altijd in deze band.
Afgelopen jaren heeft de band wederom redelijk tot goede rockalbums geproduceerd. De vervanger van Blackmore, Steve Morse is inmiddels vervangen door Simon McBride. Een jonge man in de gelederen maar die kan vrijuit spelen. Daar waar Morse een top gitarist is en dit al bewezen heeft in andere bands, blijf hij een vervanger van de meester Blackmore.
McBride heeft de ruimte om alles te kunnen doen en dat hoor je ook op dit album terug.
Daar waar Now What?! Infinite en Whoosh al hele goede albums zijn, is =1 een prima opvolger. De band wil laten weten dat men toch een eenheid is. Al zeggen ze te vaak dat men gaat stoppen.
We krijgen dan ook een album voorgeschoteld dat voorspelbaar is en niets nieuws brengt. Waarom zou men ook. Het zijn prima songs en men kan hun creatief proces de ruimte geven. Live is het een opsomming van hits met enkele nieuwe songs. ‘Portable Door’ zou hier een prima aanvulling voor zijn. Juist de melodielijn is even lekker anders dan de rest. De eerste songs ‘Show Me’, ‘A Bit of The Side’ en ‘Sharp Shooter’ geven de voorspelbaarheid door. In alle songs is er even een momentje voor een toetsen solo van Don Airey en een gitaar solo. Old classic kunnen we het niet maken. Met ‘Old Fangled Thing’ gaat het tempo even omhoog. De zang is niet meer wat het was maar voor deze leeftijd is het allemaal zeker verrassend goed te noemen. Het tweede deel kent meer variatie met “If I Where You’ en ‘Pictures of You’. Het lijkt alsof de band gedurende het album er meer zin in krijgt. Als een dieseltruck rijden ze je langzaam omver met ‘Now You’re Talking’, ‘No Money To Burn’ en het juweeltje ‘I’ll Catch You’.
Zo weet Deep Purple aan het einde van de lijn hier toch weer meer dan een goed album te brengen en mag het gerust voor de rockers blindelings worden aangeschaft. En misschien is het wel de hand van top producer Bob Ezrin die hier een rol in speelt.