De singer-songwriter uit IJsland debuteerde met een album dat later in het Engels is vertaald. Deze combi maakte zijn muziek uitzonderlijk en bijzonder. De sfeer van IJsland, met de ruimte hoorde je in zijn songs. Na Covid-19 is er nu het zesde album van Asgeir Trausti Einarsson, zoals de man volledig heet.
Het bijzondere van de songs is zijn experimentele songs met elektro folk en synth, dat hij op een eigen wijze weet te maken. De indie sound is voor hem dan ook een mooi vorm. Met het nieuwe album lijkt dat de man naar het succes van anderen heeft gekeken. Hierdoor klinkt dit album ver van zijn eigen sound dat hij als sterk punt presenteerde.
Dit keer staat de elektropop meer centraal. De songs als ‘Time On My Hands’, ‘Snowblind’ krijgen eerder een dance sausje, terwijl ‘Giantess’ en ‘Blue’ de blazers grotere rol krijgen. Dit past in de popsound met een vleugje soul. Het doet eerder wat denken aan Moses Sumney en ergens in de verte in bijvoorbeeld het nummer ‘Like I Am’, de zangstijl van Michael Kiwanuka. De sfeer is niet meer de sfeer van de albums Afterglow, Silence en Bury The Moon. Dat maakt dit album enigszins tegenvallend.
Objectief gezien is het in zijn geheel een prima album. Goede lo fi popsongs die het goed doen als muzak of als achtergrond muziek in een restaurant. Echte uitschieters kan ik er niet op vinden, al zitten er ook geen afdankertjes tussen.